De structuur en functie van de cardanas lijkt een beetje op de gewrichten van de ledematen van het menselijk lichaam. Hiermee kan de hoek tussen de verbonden delen binnen een bepaald bereik veranderen. Om aan de krachtoverbrenging te voldoen, moet u zich aanpassen aan de hoekverandering die wordt veroorzaakt door de op- en neerwaartse sprong die wordt gegenereerd wanneer de auto rijdt, de aandrijfas van de auto met voorwielaandrijving, de steekas en de wielas zijn gewoonlijk verbonden door kruiskoppelingen.
Vanwege de beperking van de axiale afmeting moet de afbuighoek echter relatief groot zijn. Een enkele kruiskoppeling kan de momentane hoeksnelheid van de uitgaande as en de ingaande as van de as niet gelijk maken, wat gemakkelijk trillingen kan veroorzaken, de schade aan de machineonderdelen kan verergeren en veel lawaai kan genereren. Daarom worden op grote schaal verschillende verbindingen met constante snelheid gebruikt.
Bij voertuigen met voorwielaandrijving gebruikt elke halve as twee kruiskoppelingen met constante snelheid, de kruiskoppeling bij de transaxle is de binnenste koppeling van de halve as en die bij de as is de buitenste koppeling van de halve as. Bij een auto met achterwielaandrijving zijn de motor, koppeling en transmissie als één geheel op het frame gemonteerd, terwijl de aandrijfas door middel van een elastische ophanging met het frame is verbonden. Er is een afstand tussen de twee, die moet worden verbonden.
Tijdens de werking van de auto veroorzaakt het oneffen wegdek sprongen, veranderingen in de belasting of het verschil in installatiepositie tussen de twee assemblages, enz. Zal ervoor zorgen dat de hoek en afstand tussen de uitgaande as van de transmissie en de ingaande as van de hoofdreductor van de aandrijfas te groot wordt. verandering, dus in de auto met achterwielaandrijving. De vorm van de kruiskoppelingstransmissie neemt dubbele kruiskoppelingen aan, dat wil zeggen, er is een kruiskoppeling aan beide uiteinden van de transmissie-as, en zijn functie is om de ingesloten hoeken aan beide uiteinden van de transmissie-as te maken gelijk, zodat de momentane hoeksnelheid van de uitgaande as en de ingaande as van de as altijd gelijk is.